Die ons zijn voorgegaan
Beschrijving
Mensen die een geliefde hebben moeten afgeven, weten het… de eerste
maanden ben je niet in de eerste plaats bezig met rouwen, maar met zoveel
zaken die administratief geregeld moeten worden. Het blijft maar komen.
Eerst ga je bij de uitvaartonderneming langs en moeten er ontzettend veel
vragen eerstdaags beantwoord worden. De rouwkaart, begraven of cremeren,
het lichaam of de as dan aan de aarde toevertrouwen, uitstrooien of thuis
bewaren, afscheidsdienst, wie nodig je uit, telefoontjes en berichtjes vullen je
dag. En na het afscheid houden Post en Bank je bezig, Verzekeringen en
Belastingen. En ondertussen draait het leven door, maar niet bij jou.
Toon Hermans zette het in een gedicht:
Een dag zonder jou
kun je geen dag meer noemen
Een dag zonder jou
is een dag zonder licht
En dáárom is zo’n dag
geen gezicht
Het huis is leeg en koud
als ik je stem niet hoor
De tafels, de stoelen en het bed
het stelt geen moer meer voor
Een boom zonder takken
’n hemel zonder blauw
M’n lief, dat is een dag
zonder jou
Na een paar maand komt er klaarheid in de rompslomp. Dan kun je beginnen
rouwen. En tegen de tijd dat jij de pijnlijke weg van omgaan met verdriet en
verlies begint, zijn er nog weinig mensen overgebleven, die jou vragen: hoe
gaat het ermee? Voel je je een beetje gesteund? Vind je nog wel de
gelegenheid over je partner of over je vader of moeder of over je zus of je zoon
of dochter of je vriend te praten?
Het antwoord op die laatste vraag houdt meestal weinig in. In onze
samenleving is er weinig ruimte voor een verhaal van verlies. Mensen zwijgen
je verdriet weg, goedbedoeld, ze willen dat je door kunt gaan met je leven en
terug blij en vrolijk kunt zijn. Ze doen er alles aan om je leven vol afleiding te
stoppen. Maar daarbij wordt vergeten hoe noodzakelijk het is om dat verdriet
te kunnen uiten. Als er geen plaats is om het verhaal nog een keer en nog een
keer te vertellen, dan gaat de rouwarbeid – en het is zware arbeid – erg lang
duren. Een overledene, een verlies verzwijgen heeft een averechts effect.
Dan belanden mensen in een ongekende eenzaamheid,
Het is niet veel anders in Genesis 23.
Drie verzen worden besteed aan het weeklagen en aan Abrahams verdriet,
tegen zeventien verzen over de onderhandelingen rond het graf.
Abraham wil een graf voor zijn geliefde vrouw Sarah. Maar hij blijkt geen grond
in bezit te hebben. De rijk bejubelde en door God gezegende Abraham blijkt
geen enkel klein stukje van het Beloofde Land te bezitten, geen kuil waar hij
zijn dode kan begraven.
Hij leeft als vreemdeling in het land dat hem door God gegeven is. Hij leefde in
tenten, trok van plaats naar plaats. Het enige wat hij had was een bron bij
Berseba. Abraham had geen land, maar wel een bron… dat zegt veel.
Maar een dode moet een graf. In zijn diep verdriet ging Abraham naar de
landeigenaars, naar de Hethieten, met de vraag om een graf. Hij moest
blijkbaar zelfs de toestemming hebben om een dode te begraven. Dat mocht,
Sarah mag zelfs begraven worden in de beste graven, Abraham heeft er maar
één uit te kiezen.
Maar het voorstel doet hem pijn.
Zijn Sarah. In een graf dat van een ander is. De vraag van Abraham was van
andere aard, hij had gevraagd om ‘een graf in bezit’ te mogen hebben.
Het woord dat voor ‘bezit’ wordt gebruikt, klinkt ook, wanneer Abraham het
van God het Beloofde land ‘in bezit’ krijgt. Ziehier hoe de werkelijkheid ‘God
geeft Abraham het land in bezit’ niet erkend wordt en een geestelijke realiteit
blijft, een belofte, die Hem op de been houdt!
Hoewel hij een eretitel heeft, als ‘vorst van God’, willen de Hethieten als
eigenaars van het land toch liever niet dat Abraham een graf in eigendom
heeft.
Wanneer hij dat hoort, werpt Abraham zich neer. Dat doet Abraham nooit!
Alleen voor de Heer, maar niet voor mensen! Een eigen graf voor zijn Sarah is
van bijzonder belang. Er staat ook drie keer in de tekst de uitdrukking ‘ik wil ze
begraven voor mijn aangezicht’, dat wijst erop dat hij en zijn echtgenote een
relatie hadden van aangezicht tot aangezicht; ze waren close met elkaar, ze
hielden werkelijk van elkaar. Ze keken elkaar recht in de ogen. Abrahams geeft
dan ook aan dat hij de volle waarde van het graf in zilver wil betalen.
Zijn tegenspeler Efron zegt drie keer dat hij de grot bij Machpelach zal géven,
maar dat is oosterse onderhandelingstaal, zo blijkt later, want vierhonderd
sjekel is een bedrag waarvan je omver geblazen wordt.
Enfin, Abraham kan het zich permitteren en onderhandelt niet – op geheel on-
oosterse wijze. Voor hem is de grot van Machpelach en het veld eromheen het
eerste stukje erets, ‘beloofde land’. Het eerste stukje beloofde land is een
begraafplaats.
En Sarah wordt uitgedragen en begraven in Machpelach.
Later worden ook Abraham en Jacob daar begraven.
Tijdens hun leven, leefden ze als vreemdelingen en bijwoners,
Maar eenmaal dit leven achtergelaten, werden ze in Machpelach begraven en
bevonden ze zich in het Beloofde Land.
Ook aan ons is het land beloofd.
Dit staat geschreven over ons Beloofde Land in het boek Openbaring:
Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen.
Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw,
geen jammerklacht, geen pijn, want wat eerst was, is voorbij.
Ook ons Beloofde Land wordt door de wereld niet erkend.
Er wordt mee gespot, mensen kijken enkel naar wat ze hebben, beloften zijn in
deze wereld weinig waard.
Maar onze God is trouw.
Abraham heeft zijn halve leven met de naam Abraham rondgelopen. Hij heette
eerst Abram, maar God zei: jij bent Abraham, vader van vele volkeren en jouw
nakomelingen zullen zijn als de sterren aan de hemel en als het zand van de
zee. Op het moment waarop Sarah stierf had Abraham één zoon met haar.
Meer zouden er uit dat koppel niet voortkomen,hoewel hij Vader van vele
volkeren heette. Maar zijn naam was een belofte, een belofte van god, waar hij
van op aan kon. De lijn van Abraham en Izaak zou zich vermenigvuldigen.
Abraham heeft het niet gezien; hij stierf nog voor zijn zoon kinderen kreeg,
maar hij geloofde in de belofte. Hij droeg ze uit met zijn naam. En de belofte
van de nakomelingen werd werkelijkheid. Dat kon iedereen zien die na hem op
de aarde leefde.
Als de belofte van de nakomelingen is uitgekomen…
Waarom zou dan de belofte van het Beloofde Land geen werkelijkheid worden?
Durven wij het echt geloven en
Welke prijs willen wij betalen om daar binnen te gaan?
De prijs is hoog!
Heb God lief en je naaste als jezelf, of Heb God lief en je naaste, die mens is
zoals jij.
De munteenheid is liefde.
Daar zijn wij, mensen, niet zo sterk in.
Het is een ander die voor ons de prijs, het toegangskaartje heeft gekocht. Dat
heeft Jezus voor ons gedaan. Hij heeft de deur naar het Beloofde Land voor ons
opengezet.
Het Beloofde Land ligt in de hemelse gewesten, in Jezus Christus, schrijft
Paulus.
Wanneer diep verbonden met Christus leven, kunnen wij Gods liefde
ontvangen en ook doorgeven, op elk moment in ons leven.
Ook op het moment waarop onze naasten of mensen die we toevallig
ontmoeten alleen komen te staan, of te maken krijgen met verlies.
…
Als iemand verhuist of verbouwt, dan zien we in dat hij hulp nodig heeft en
waar het kan, steken we een handje toe.
Bij een overlijden zou dat op dezelfde manier moeten gaan.
Dat is ook een verhuis; een geliefde verhuist naar het beloofde land en naar
ons hart. En daar is ook veel, heel veel werk te doen. Rouwarbeid duurt vaak
langer dan een verbouwing en er zijn veel minder helpers ter beschikking. Ook
bij rouwarbeid kunnen we een handje toesteken.
Door te luisteren, uit te nodigen om te spreken, nabij te zijn, te begrijpen, tijd
te geven, en door pijnlijke clichés te schrappen.
Liefde is in de Bijbel geen gevoel dat op en neer gaat; het is een engagement.
Je bent er voor elkaar, van aangezicht tot aangezicht.
Je ziet en erkent de nood van een ander en je bent er voor de ander, je maakt
je er niet vanaf, je bent er, van aangezicht tot aangezicht.
Waar dat gebeurt, ben je de voorhof van het beloofde land al binnengegaan.
Daar waar tranen afgewist worden en pijn verzacht, daar is God in ons midden.
Daar staat niet het graf centraal, en niet de rouw, maar de belofte en het leven.
Daar wordt werkelijkheid wat Abraham zag, door zijn tranen heen. Amen.
Details
- Datum: 26 november 2023
- Onderwerp: belofte, Beloofde Land, dood, gedachtenis, graf
- Predikant: Katelijne Depoortere
- Books: Genesis
- Serie: Omgaan met elkaar
- Bijbeltekst: Genesis 23
- Service Type: Zondag dienst