Tot de zon naar huis ging
Beschrijving
Een steen van 152 kilogram werd in de troon gestopt, waarop Koning Charles III geheel volgens middeleeuwse regels moest gaan zitten bij zijn kroning.
Er was veel te doen om de Stone of Scone. Traditie, symboliek en legende haalden het nieuws. En menige preek opende ermee.
De steen zou… van Jakob zijn geweest. Die waarop hij zijn hoofd had laten rusten, toen hij het helemaal niet meer zag zitten, toen God hem met en visioen sterkte, een visioen van engelen die naar de hemel opstegen en vandaaruit de kracht meebrachten waar Jakob zo’n behoefte aan had. En dan de Here, die bovenaan de ladder stond en zei: Het land waarop je ligt, zal ik aan jou en aan je nakomelingen geven… Prachtige symboliek toch…
Er is nog iemand die op een steen moet gaan zitten, vandaag. ’t Zal niet zo’n zware zijn geweest, want Aäron en Chur konden hem samen onder Mozes’ zitvlak schuiven, Mozes met zijn armen in de lucht, zijn staf in zijn handen, in aanbidding naar de hemel, waar de kracht vandaan kwam die Israël zo nodig had.
De Heer is mijn steenrots, zegt psalm 18. En Paulus spreekt over Christus als de rots waaruit wij drinken. Het is op zich niet de steen die het volk Israël de redding geeft, maar hij verwijst wel naar een geestelijke werkelijkheid.
In het dal is het volk aan het vechten. Het is een bikkelharde strijd, tegen Amalek, de tegenkracht, die het Koninkrijk van God wil tegenhouden, op allerlei manieren, door ons vast te houden in angst- en oorlogstoestanden of juist door ons zo’n comfortabel leven te geven, dat wij God ook niet meer zoeken…
De strijd wordt aangevoerd door Jozua, Jozua, Yeshua, zelfde woord, Jezus, de naam die betekent: God redt, steenrots in de branding. Als je met geestelijke ogen kon kijken, zag je overal troepen engelen, die als antwoord op gelovig gebed ten strijde trokken…
Ook Pasen roept het uit: God redt! De dood is niet het einde, wij zijn al overgegaan naar het eeuwig leven.
Maar wat zegt ons dat, wanneer het ons niet gegund wordt in het leven, wanneer we diep geraakt worden door omstandigheden of door woorden van medemensen… Geloven wij het dan, God redt? Of welke plaats geven we dat in ons leven?
Hier op aarde blijft de strijd aan de gang, blijft Amalek rondgaan als een brullende leeuw, op zoek naar een prooi.
Hij zoekt mensen die makkelijk hun vreugde laten afpakken, die bij de minste kritiek of tegenslag het hoofd laten hangen en zich van God verwijderen.
Hij zoekt mensen die wel willen geloven, maar het eigenlijk toch te veel moeite vinden en morren, zoals het volk Israël. We willen God wel, maar alleen de God-tovenaar. Niet de God-leraar of de God-coach die met een … trainingsschema klaarstaat.
Hij zoekt mensen die wel in Christus willen geloven, maar bij de minste zonde toch weer verstikken in hun eigen schuldgevoel, alsof het leven van Jezus niets heeft betekend.
Hij verslindt mensen die goed doen en ervan overtuigd willen raken dat ze als goede wezens de eeuwigheid niet nodig hebben.
Jezus heeft alles volbracht, maar de strijd woedt voort. Niet voor eeuwig, maar wellicht toch nog naar ons eigen aanvoelen veel te lang.
Paulus is een man die de strijd aan den lijve ondervindt. Hij wordt geslagen, gevangengezet, ondervraagd, bedreigd, … Heeft hij zich nooit afgevraagd of het allemaal wel de moeite waard was?
Dat zullen we nooit weten, maar de taal die hij in zijn brieven gebruikt, klinkt in elk geval zeer zeker:
Dood, waar is je overwinning? Dood, waar is je angel?’
Pasen is voor Paulus ontzettend belangrijk. Geen opstanding, geen geloof, zegt hij.
Maar wat dan met die blijvende strijd? Die voortdurende beproevingen? Wat moeten wij daarmee? Hoe kunnen wij volhouden?
Moeten we Bijbelse mantra’s blijven herhalen tegen beter weten in.
Dat zou maar erg zijn. Nee, Paulus heeft écht door hoe de relatie tussen hemel en aarde in elkaar zit. En dat is waar ons Amelek-verhaal over gaat.
Paulus vervolgt:
De angel van de dood is de zonde.
Eerst schreef hij toch: Dood, waar is uw angel? Als de angel de zonde is, dan vraagt Paulus, uitdagend, want hij is zeker van zijn stuk: Waar is nu de zonde?
Jezus heeft aan het kruis iets bijzonders gedaan, iets definitiefs. Onze zonde wordt ons niet meer aangerekend. Bijgevolg kunnen wij in het eeuwig leven overgaan, zijn wij in het eeuwig leven overgegaan, kunnen wij in Gods nabijheid komen. Dat is één van de gevolgen van het kruis. Als wij naar het kruis opkijken, dan weten wij: wij leven, wat er ook gebeurt, wij leven! En wel in Gods nabijheid!
Wanneer we de neiging hebben om te verzanden in depressiviteit, wanneer we blijven hangen in pessimisme, wanneer de boosheid in ons hart de overhand neemt, of wanneer de lust ons vasthoudt en verleidt… Kijk op naar het kruis, want daar werd de kracht van al die zaken die ik juist heb opgenoemd, vermorzeld, vertrapt, vernietigd.
Al die zaken leiden tot de dood, ze leiden tot een leven waar God niet welkom is. Maar als je je hart richt op het kruis, dan kruisig je je boosheid, je pessimisme, je lust, je eigenbelang, je angst… om vervolgens andere wegen te gaan. Laten we God danken, die ons door Jezus Christus, onze Heer, de overwinning geeft. Zo schrijft Paulus.
De strijd van Israël met Amalek met Jozua als aanvoerder vindt plaats in het dal. Wanneer we onze blik naar beneden houden, zien we alleen de strijd, ja, wel, met Jezus als aanvoerder. Maar toch, de strijd en hij kan zwaar zijn. Daar zit je dan, eenzaam en alleen, want aan wie kun je ’t kwijt, datgene wat echt ten diepste jouw ziel beroert?
Maar er is iets veel groters. Jezus is veel meer dan een medestrijder en een mede-lijder.
Terwijl Israël strijd voert in het dal… houdt het tegelijk de blik naar boven gericht, op de berg. Daar zit Mozes op een steen. Zijn armen opgeheven om te bidden met zijn staf ertussen. Het zijn de uitgestrekte armen van Jezus aan het kruis.
Maar Mozes kan niet meer. Twee vertrouwelingen gaan naast hem staan en houden zijn armen vast, tot de strijd gestreden is, tot de laatste man, tot de zon naar huis gaat.
De geestelijke strijd, het bidden, dat is volhouden. En het is niet dat God geen schietgebedjes verhoort, het is eerder, zoals we vorige week hoorden, het is eerder zo dat God ons opvoedt in geloof en wij moeten groeien en dat gaat niet met constant verhoorde schietgebedjes.
Volwassen geloven is naar boven kijken, kruisigen, je ego kruisigen – doet pijn, is moeilijk, loslaten… Volwassen geloven is volhouden. Desnoods met twee helpers, want volwassen geloven is ook nederig, bereid om van een ander hulp te aanvaarden. Daarom moet de kerk mensen toerusten in het geloof, zodat ze er voor elkaar kunnen zijn, in het geloven en in het bidden.
Ze staan daar met drie op de berg, het lijkt wel de berg Golgotha. Mozes: de profeet. Aäron, de priester. Chur, uit de koninklijke stam Juda… Van wie zouden ze een vooraf-beeld zijn? Van wie anders dan van Jezus Christus zelf, de profeet, de hogepriester en koning tot in eeuwigheid…
Hij weet als geen een hoe hemel en aarde samenwerken, hoe wat hier gebeurt een uitwerking heeft daar en omgekeerd, want waartoe zou ons gebed anders dienen. Als we met hemelse ogen konden kijken, zagen we de legers engelen, of gewoon onze beschermengel, die klaarstaat om ons te helpen, maar niet kan reageren, zolang er geen vraag komt, want wij zijn geenszins marionetten. Wij zijn heersers.
Maar hoor, in dit verhaal, hoe wij elkaar nodig hebben in de geestelijke strijd, om sterk te staan in het leven, niet afwijkend naar links of naar rechts. Ben jij bereid om de ander niet alleen als mens, maar ook als broeder of zuster in Christus bij te staan? Ben je bereid om mee te dragen? Ben je bereid om héél lang de berg op te gaan, dicht bij God te komen, te bidden, de hele tijd tot de strijd van de ander voorbij is en de zon naar huis is gegaan?
De steen van Jakob, waar we mee begonnen zijn…
Daarover heeft Jakob olie uitgegoten. Hij werd gezalfd, gezalfd, zoals koningen en profeten, gezalfd met de Geest van God, de Heilige Geest. Die is het, die in ons werkt. Die is het die mensen biddend-strijdend samenbrengt.
Vooraleer Amalek het volk aanviel, was er de zonde, de zonde die lijdt tot de dood, maar Mozes, die de Messias vertegenwoordigt, houdt hen in leven. Jezus houdt ons in leven, wat er ook gebeurt!
Vooraleer Amalek het volk aanviel, had het een vraag gesteld: is God in ons midden… Er was gedoe geweest met een tekort aan water, er was altijd iets… Is God in ons midden, vroegen ze zich af? – Wij durven ook al eens die gedachte hebben.
Het volk van Israël heeft het wel gemerkt, me dunkt. Maar niet in het gewone leven waar alles van een leien dakje liep, neen, na veel geklaag over weinig water en na een lange en vermoeiende strijd. Het bleek: God is in ons midden.
Maar de vraag kan ook anders vertaald worden: is God in ons?
Hij is in ons, maar we kunnen dat alleen merken wanneer we daar, in het diepste dal van ons hart, gaan strijden en opkijken naar het kruis. Wanneer we in eerlijk gebed, alles aan de voet van het kruis leggen, aan de Messias overgeven. Ons verdriet, onze boosheid, onze verbittering, onze dwaasheid, onze kinderachtigheid,… Wanneer wij zo samen strijden en merken dat God in ons midden, in ons diepste middenste is, in ons hart is en daar met ons samenwerkt… Wanneer je dat ervaart, weet dan… Dat werk, is het werk van Pinksteren, het werk van de Geest.
Als Pasen een lege mantra blijft, dan is het graf een dode steen.
Maar ons hart blijft niet leeg, integendeel, het wordt gevuld met Gods Geest! Er beweegt iets, er gebeurt iets, we gaan léven!
En af en toe komt de twijfel op. En af en toe gaan we de mist in. Maar onthou de woorden van Paulus:
Geliefde broeders en zusters, wees standvastig en onwankelbaar en zet u altijd volledig in voor het werk van de Heer, in het besef dat door de Heer uw inspanningen nooit tevergeefs zijn.
Details
- Datum: 7 mei 2023
- Onderwerp: Aaron, berg, dal, gebed, Messias, Mozes, steen, strijd, volhouden
- Predikant: Katelijne Depoortere
- Books: Exodus
- Serie: Omgaan met elkaar
- Bijbeltekst: Exodus 17: 8-16
- Service Type: Zondag dienst