Groeien in geloof
Beschrijving

Komt er ooit een tijd waarin de oorlog, elke oorlog, uitgebannen is?

Als van bij de geboorte van Jezus kinkt het uit de mond van de engelen: Vrede op aarde (voor wie Hij liefheeft).

Vrede op aarde, is het mogelijk dat wij dat in ons leven meemaken? Geen oorlog, geen ontvoeringen, geen verkrachtingen, geen vernedering, geen machtsstrijd, geen afpersing…

Diegenen onder ons die al enkele generaties meegaan, die kennen het antwoord wel. Tenzij God werkelijk met grote impact ingrijpt… En waarom doet U dat niet, God, U kunt dat toch!

We volgen allemaal de oorlog in Oekraïne. De meesten van ons volgen de in het Westen gangbare gedachte dat Poetin een gek is, onbegrijpelijk dat hij kan blijven besturen. Hij neemt maar in waarvan hij vindt dat hij er recht op heeft, onterecht. Een machtsstrijd op de rug van miljoenen mensen die, als ze niet fysiek verwond zijn of gedood, voor hun leven lang diepe wonden meedragen.

Het oordeel is vrij snel gemaakt. Wie juist is en wie fout. Wij, vredelievende Europeanen steunen het slachtoffer tegen de beul. Bij ons gebeurt zoiets niet (meer), hopen we, denken we.

Los van het feit of we politiek gezien een correcte voorstelling van zaken hebben kunnen we als christen toch niet anders dan ook onszelf te betrekken in ons oordeel. Met de maat waarmee je meet …   Waar staan wij in die strijd? Ik heb het niet over welke kant je kiest…  maar over een geheel ander aandeel in de strijd. In de strijd die in en over heel de wereld woedt.

Waar zijn wij zelf de Poetins, die innemen wat van een ander is – heb je nooit iemands job of functie of vrijwilligerswerk ingepikt? Een deel van de belastingen voor jezelf gehouden wat eigenlijk wel naar de samenleving hoorde te gaan?

Waar hebben wij vijandschappen gecreëerd door roddels of door te wijzen op de fouten van een ander? En bondgenootschappen tegen een ander?

En zijn wij soms niet zelf de geweldenaars die een ander zijn grondgebied opeisen – heb je nog nooit het hoogste woord gevoerd, waardoor je een ander de gelegenheid ontnam om zijn kant te vertellen?

Wat is de werkelijke betekenis van wat er in de wereld gebeurt? Spelen wij niet allemaal het spel van de strijd mee, elk op zijn eigen niveau – tenzij God ons ze aandacht krijgt en wij ons laten raken…

Wat gebeurt er werkelijk?

Die vraag dringt zich nog veel meer op, wanneer we in de Bijbel lezen. Daarin zijn verhalen opgetekend, die de geestelijke werkelijkheid weergeven, waarvan al wat gebeurt een schaduwbeeld is.

Wat is de betekenis van de strijd van Israël tegen Amalek? Waarvan is het verhaal een teken? Welke vlag moeten wordt hier herkend?

Een andere vraag die zich opdringt is: waar zit God in ons wereldverhaal – in het Bijbelverhaal supportert Hij duidelijk mee op de berg, maar in het Rusland-Oekraïneverhaal is het veel moeilijker om God te zien. In ons eigen actuele leven is de aanwezigheid van God vaak veel moeilijker met de vinger aan te wijzen. Maar in de Bijbel lijkt het zo duidelijk…

Onderweg naar enkele antwoorden, maken we een uitstapje naar een eerder verhaal.

Deze strijd van Israël tegen Amalek staat namelijk direct na een andere zeer beroemde strijd van het volk van God. Die tegen het leger van de farao, na de haastige uittocht uit Egypte en vlak voor ze de Rietzee moesten oversteken.

Het is een bijzonder spannend moment, want het volk kan geen kant op. Het kan niet terug naar Egypte, het kan niet over het water en in de verte komt er een gigantische stofwolk aan van paarden, ruiters, soldaten, Egypte gooide alles wat het had in de strijd.

Het is zeer interessant om die strijd te vergelijken, met de strijd van Israël tegen Amalek.

Ik lees een stukje uit Exodus 14 (vanaf midden vers 10): Toen de Israëlieten (gelegerd aan de zee) de farao zagen naderen, met àl zijn paarden, wagens en ruiters en al zijn voetvolk, werden ze doodsbang en riepen ze de Heer luidkeels om hulp. Je hoort de paniek en het geweeklaag. Er waren er ook die Mozes een hoop verwijten maakten, dat het beter was in Egypte en dat ze alleen maar dood zouden gaan. Maar dan neemt Mozes het woord en zegt vier dingen. Dit is de te volgen strategie:

  • Wees niet bang, wacht rustig af.
  • U zult zien dat de Heer de overwinning voor u behaalt.
  • De Egyptenaren die je nu ziet, zul je nooit meer terugzien.
  • De Heer zal voor u strijden, u hoeft zelf niets te doen.

 

Makkelijk en moeilijk tegelijk!

En God stuurde een oostenwind die een pad op het droge creëerde. Erg droog was het niet, dat kun je je wel voorstellen. De sandalen van Gods volk over de bodem van de zee maakten er een modderpoel van, waarin even later de Egyptische strijdwagens vastliepen en ze werden weerloos overspoeld.

De Heer zal voor u strijden, u hoeft niets te doen.

Ook in het nieuwe testament zien we wonderen of genezingen waarbij de man of vrouw in kwestie zelf niets moet doen. Wanneer Jezus een bezetene geneest, doet de man zelf niets. Jezus stuurt de demonen in een kudde varkens en de man is weer bij zijn volle verstand.

Paulus bv. wordt op een bepaald moment zo door de Heer verlicht, dat hij een tijd niets meer kan zien. Zijn bekering luidt een nieuw tijdperk voor de kerk in. Hij heeft daar zelf niets voor gedaan.

Vanuit dit soort verhalen is het logisch dat wij een verlangen hebben naar een God-tovenaar. En God beweegt wel degelijk. Hij doet wel degelijk iets met onze gebeden. Hij zet raderen in gang, hij verwijdert obstakels, laat een zwarte lucht opklaren…

Maar wat bv. met het gebed, toen, in de weken voor de oorlog in Oost-Europa? Heel veel gebeden zijn toen naar de hemel gestuurd om de gewelddadige invasie tegen te gaan. Maar desondanks ontstond een afschuwelijke situatie.

Het lijkt wel alsof God naar willekeur het ene gebed verhoort en het andere niet.

Er zijn natuurlijk ook stukken in de Bijbel die niet van wonderen verhalen: ik denk aan Paulus’ evangelisatie, nochtans ook door de Heer opgedragen, die bij momenten zeer moeizaam verliep, van in elkaar geslagen worden tot schipbreuk lijden… wat niet wil zeggen dat de bekeringsverhalen verder uitbleven.

Jezus die aan zijn vader vraagt of de beker aan Hem mag voorbijgaan, maar de wil van de Vader is anders… Wat niet wil zeggen dat Hij Jezus niet op een ongelofelijk krachtige wijze zal leiden.

Zie je de twee soorten verhalen? Het verhaal waarin God alleen strijdt en waarin de mens met open mond naar het wonder staat te staren – hopelijk een open mond met lofzegging!

Aan de andere kant de mens in zijn geploeter – God neemt het geploeter niet weg, maar steunt en sterkt in de strijd.

Die dubbelheid is in ons gebedsleven en in ons leven ook heel herkenbaar.

Soms vragen we om genezing, wanneer we zelf niets meer kunnen doen, uitgedokterd zijn. Dan vragen we om een ingrijpen van God.

Soms vragen we om het hart van iemand waarmee we onenigheid hebben, terug warm te maken, wanneer we zelf alles hebben geprobeerd. Dan zijn we stil en we wachten tot God iets doet.

Ik heb erg geworsteld met deze preek en ik had hem ook liefst gedicteerd gekregen door de Heilige Geest, maar blijkbaar zijn het deze onvolmaakte woorden die moeten gaan leven.

Soms vragen we gewoon om ingrijpen.

Andere keren gaan we stevig de strijd aan, in de opvoeding van onze kinderen en we vragen God om kracht en om inzicht. Of we willen onze relatie redden en bidden, maar gaan ondertussen niet zitten wachten, maar proberen geduld te oefenen, attent te zijn, we nemen onszelf onder de loep…

Maar wat is de diepere betekenis van die tweesoortigheid? Want als we ze niet begrijpen, dan verwart ze ons.

Even terug naar het basisverhaal. De wonderlijke doortocht van de Rietzee… wanneer vindt die plaats? Israël is nét bevrijd. Het weet nog niet waar naartoe. Het staat aan het water. Nu komt het erop aan geloof te hebben in die grote God die hen naar het beloofde land zal leiden. Dat gaat niet van een leien dakje. Verschillende keren moet God zelf van bovenaf ingrijpen, opdat er een beetje geloof in het volk Israël zou blijven hangen.

Maar dat is niet het doel van Gods werken met ons. Het zou toch al te gek zijn, dat ons levensdoel bestaat uit: proberen te overleven in deze vreselijke wereld en als we maar genoeg roepen tot de God-tovenaar, dan zal die de omstandigheden voor ons veranderen…

Zo is ons leven niet bedoeld. Wij zijn gemaakt, geschapen, als mensen die door God geliefd zijn. God is een volmaakte liefhebbende vader, die ons opvoedt. Baby’s hebben eten en drinken en veiligheid nodig. Maar kinderen en jongeren en jongvolwassenen, die moeten zelfstandigheid leren, weliswaar mét de ouders aan hun zijde, maar zij moeten het doen. Want straks zijn zij volwassen en gaan zij een volwassen leven leiden.

En op geestelijk vlak gaat het dan om een volwassen geloof. Een geloof dat ons strijdbaar en weerbaar maakt, dat ons sterk maakt en ons doet groeien. Want dat hebben wij nodig om aan het Koninkrijk van God te bouwen in deze wereld. Als wij alleen maar op het wonder wachten, dan komt er weinig in beweging.

Natuurlijk was het makkelijker geweest, als Jezus nog steeds op aarde was en overal wonderen verrichtte.

Maar gaan kijken naar een show en bewondering hebben voor diegene die hem opvoert…  dat is geen volwassen geloof.

We moeten vérdergaan dan dat.

We moeten het water over, ja tussen die twee verschillende manieren van Gods omgang met zijn volk, zit water. Het water van de doop, zou je er kunnen in zien. De doop als scharniermoment: gedaan met kinderlijk geloof; nu neem ik mijn verantwoordelijkheid.

 

In het kerkelijk jaar wordt dit principe uitgelegd in de twee eesten waartussen we ons bevinden: Pasen en Pinksteren. Op Pasen staat Jezus op uit de dood. Een groter wonder is er niet, dan dat de dood wordt overwonnen. Daar staan wij van te kijken!

Het geloof in de opstanding speelt in het hele nieuwe testament een cruciale rol, in de brieven van Paulus al zeker. Maar als het daarbij blijft, wat hebben we er dan nu aan? Een geloof dat het moet hebben van wonderen, zal op een bepaald moment ontgoocheld worden. En van een mooie toekomst die God ons zomaar geeft.

Het Paasgeloof is niet anders dan de mensen die Jezus volgden, die met open mond luisterden en toekeken hoe hij demonen uitdreef en die niet konden ophouden te vertellen hoe hij met twee broden en vijf vissen 5000 men voedde en hoeveel er nog over was.

Geloof in wonderen heeft de mensheid altijd gekend. Van onze grote God over keizers en farao’s naar tovenaars van voorhistorische stammen.

Maar het volwassen geloof is niet een met open mond staren. Het is niet stil en rustig afwachten. Het is … werken, strijd voeren. In het dal! In het dal van het leven, zoals Israël, wanneer het al wat langer in de woestijn ronddoolde. Het volwassen geloof is standvastig en continu, niet aflatend, onophoudelijk bidden dat God jou in de strijd steunt. En daarin geloven en mét Hem meewerken, meestrijden in Zijn Koninkrijk, tegen alles wat daar niet in thuishoort. Dat is een volwassen geloof.

En dat is iets waar God iets mee aankan, want terwijl hij aan een verhoord gebed werkt, laat hij zijn kinderen groeien! Het zijn de gaven van de Geest, het is Pinksteren, de Heilige Geest, die ons daartoe het nodige voedsel geeft.

Onze strijd is altijd dezelfde, het is de strijd tegen Amalek, de strijd tegen het kwaad. Maar het kwaad heeft veel gezichten. Het is ergernis die we uiten, het is het minachten van de ander, het streven naar aandacht voor onszelf, het opgeven van naastenliefde, het roddelen, het gelijk willen halen, maar ook een negatieve gedachtegang, een minderwaardigheidscomplex, angst – het rijtje is eindeloos.

We vechten daar ook tegen, van nature, onze eigen strijd, op eigen krachten. Dat lijkt ons altijd heel even verder te brengen, maar het is zoals het eerste deel van het verhaal te Refidim. Een heen en weer tussen Israël en Amalek, tussen Amalek en Israël. inderdaad, het kwaad blijft ter plekke trappelen. Het komt niet vooruit.

Maar het goede blijft ook ter plekke, als er niet constant, onophoudelijk gebeden wordt, om een ander soort kracht, een levenskracht die het kwade overwint, omdat de Bron de liefde en de goedheid zelve is, ja, zelfs in zwakheid en door zwakheid overwint.

Pasen is de melk. Pinksteren geeft de vruchten van de Geest.

Het tweede gedeelte van deze preek vindt u onder de titel: Tot de zon naar huis terugkeert

Details