Tussen droom en werkelijkheid

Beschrijving
Jakob…
In ons verhaal zestien, achttien, twintig … stel ik mij zo voor.
Hij heeft de zegen van zijn vader gekregen, de erfenis – ontfutseld, eigenlijk, en daarna is hij moeten gaan lopen voor wat hij zijn oudste broer heeft aangedaan, want die zou als eerstgeborene de zegen en de erfenis krijgen.
Zo was de cultuur… de oudste kreeg alles. Wie was er de oudste thuis? ? Gelukzakken!
Alleen is dat buiten God gerekend. God zich van die bizarre eerstgeborenecultuur niet veel aan.
God komt in de Bijbel heel vaak tussen en kiest dan iemand uit om Hem op een bijzondere manier te dienen, maakt niet uit wanneer die geboren is… David was de laatstgeborene – wie is of was de jongste thuis??
Je kunt je voorstellen dat dat voor jaloezie zorgde. Ik zal niet vragen om je hand op te steken als je ooit jaloezie gevoeld hebt tegenover broers of zussen.
Nu is die jaloezie – wanneer je broer of zus door God uitverkoren is – niet geheel op zijn plaats, of eigenlijk geheel niet op zijn plaats. Dat vraagt héél veel van iemand. Het is bijna als prinses Elisabeth die vanaf dag 1 voorbereid werd om later koningin te worden, in een glazen huis, ze moet in alles uitmunten, of het nu studies zijn, kledingstijl, fysieke beproevingen in het leger of speechen. In alles moet ze uitmuntend zijn. Daar is een enorme discipline voor nodig en een krachtige wil en veel moed om tegen je wil in veel dingen met de glimlach uit te voeren.
Het is natuurlijk niet dat wat jaloezie opwekt, maar het uitverkoren zijn, het geliefd zijn. Dat verdragen we moeilijk hé, dat iemand anders uitverkoren is, al is het uitverkoren om een heel erg moeilijk leven te leiden… Denk aan het toppunt van die onverdraagzaamheid in WOII, toen het door God uitverkoren volk – wat een wetten hebben ze niet om te houden – ze kunnen nooit eens een spaghetti met kaas en ham eten! – toen een ander volk vond dat ze maar beter konden worden uitgeroeid! Van jaloezie gesproken!
We willen allemaal gezien worden, geliefd worden. We willen dat mensen ons zien als sterk en goed en capabel en verantwoordelijk. We willen een plekje op het podium en complimenten ontvangen. Maar we willen meestal niet de offers die daarbij horen. We willen een mooie positie later, maar liefst zonder daar heel hard voor te werken, zonder ons sociaal leven op te geven en vooral ook zonder kritiek van jan en alleman die jaloers is!
Jakob is door God geliefd. Een jonge man, nog single; in ons verhaal is hij eigenlijk onderweg om een vrouw te zoeken. Hij weet nog niet dat het twee keer zeven jaar hard werken zal kosten om met het meisje van zijn dromen te mogen trouwen – wat kan het leven toch weerbarstig zijn. Je wilt iets bereiken en altijd komen er weer hindernissen op de baan. Je wilt vriendschap met iemand, maar een ander is daar niet blij mee. Je wilt je best doen en goede punten halen, maar er zijn zoveel andere zorgen en gedachten die ook je aandacht opeisen. En als je ouder bent, dan komen de gezondheidsproblemen overal tussen. Je wilt op reis, maar het gaat niet met jezelf, of met je ouders of met je partner. Zelden kunnen we echt, rechtdoorzee, onze dromen bereiken.
Jakob is onderweg naar de familie waar hij uiteindelijk zijn lief en later zijn vrouw zal vinden. Maar zelfs onderweg zit het hem niet mee.
Zie hem daar liggen, op de grond, de grote, uitverkoren Jacob.
Het knaagt bij hem vanbinnen. Natuurlijk wilde hij zelfstandig worden en zelf zijn leven in handen nemen – daar dromen we van als we jong zijn - en als we ouder worden dan dromen we ervan om onze zelfstandigheid zo lang mogelijk te bewaren - maar wat Jacob betreft: het is toch jammer dat het zo gelopen is: hij kan niet meer naar huis terug, omdat zijn broer Esau hem dreigt te vermoorden, vanwege de afgepakte, ontfutselde, gestolen zegen.
Aan de ene kant heeft Jacob het gevoel goed te hebben gedaan. God zou het zo hebben gewild, dat Jakob de zegen kreeg, want hij was toch de serieuzere, hij was tenminste met God bezig. Esau alleen maar met prestatie, met jacht, met eten en met vreemde vrouwen… - Je kent dat wel, als iets niet goed loopt, dan zoek je naar je eigen verdediging. Maar er is iets dat toch niet helemaal goed is gegaan.
Want waarom was het dan zo ingewikkeld? Toen ze kind waren, had Esau gezegd dat het hem niets kon schelen, het eerstgeboorterecht. En nu is het een drama dat een gezin helemaal uiteenblaast. – de andere kant was dat hij wel wist, dat hij zijn vader bedrogen had door zich als Esau voor te doen. En ook dat had God gezien, maar hij zag geen andere keus om het zo te doen…
Meestal, wanneer we het leven erg ingewikkeld vinden, zit er ergens een grote of kleine zonde tussen, die we toch onder ogen moeten durven zien.
De zon gaat onder en Jakob is alleen. Hij moet overnachten, maar er is geen hotel, geen kamer, geen bed zelfs. Hij moet op de koude grond slapen… Heb je dat al eens gedaan, of geprobeerd? Moeilijk om in slaap te vallen hé – we vergeten nog de sprinkhanen en de spinnen en de hagedissen en alle andere kriebeldingen.
Hij neemt een steen als hoofdkussen…
Het doet pijn aan zijn hoofd, maar dat is niets vergeleken met de pijn in zijn binnenste. Het verdriet, omdat het leven niet gaat zoals hij wilde, zoals hij het voor zich zag. Hij is een hoopje ellende en hij weet op dat ogenblik niet wat de toekomst gaat brengen.
Soms willen we dat echt wel weten hé.. Ga ik aan een lief geraken? En als ik er een heb – is hij of zij de ware? Zal ik later een job hebben die ik graag doe? Zal het ooit nog goed komen tussen mij en… Esau, in het geval van Jakob. Hoe zal God oordelen over mijn fouten, mijn aandeel in verkeerd gelopen relaties?
Jakobs maag draait. In zijn hoofd zitten donkere gedachten. De nacht en de steen helpen hem ook niet… Ik stel het met voor dat hij na vele uren gepieker en misschien ook wel wat tranen, uiteindelijk van pure vermoeidheid in slaap valt.
Hij krijgt een droom.
Een droom is een raar iets, hé. Iedereen heeft er wel één die hij zich blijvend herinnert – en dat zijn meestal niet de mooiste.
Een droom communiceert in beelden met je diepste binnenste, met je verlangens, met je fouten, met je angsten, … je hele gedachtewereld kan erin voorkomen.
Wat veel mensen niet weten is dat de droom ook met buiten kan communiceren, met God. God komt dan in onze gedachten, in onze geest binnen. Als we bidden, dan brengen we onze geest in verbinding met Gods geest. Het is dus niet zo gek dat God zich ook met onze geest, met ons binnenste, met ons bewustzijn kan verbinden. En heel soms kunnen we dat merken in een droom.
De droom van Jakob is vaak afgebeeld. Hij spreekt ook tot de verbeelding; hij ziet een ladder van de aarde tot aan de hemel. En langs die ladder gaan engelen omhoog en weer omlaag . Ik vind dat een rare volgorde, want je verwacht dat engelen uit de hemel komen en daar dan terug naartoe gaan.
Maar de engelen vertrekken van bij Jacob. Ze gaan dan even de hemel in en komen vervolgens bij Jacob terug… alsof ze iets zijn gaan halen in de hemel, iets dat Jacob nodig had. Wat zouden ze toch zijn gaan halen, vraag ik mij af. Of proberen ze Jacobs donkere gedachten mee te nemen naar de hemel, zodat ze licht zien en toekomst, zodat ze weten dat het goed komt? – ik ervaar dat soms wel in gebed, dat God iets doet met mijn gedachten.
De engelen zijn in elk geval bij Jacob. En niet alleen de engelen: ook de Heer staat bij Jacob. Hij staat naast hem. Hij staat hem “terzijde”, als hulp, als beschermer, als raadgever, als vriend in Jacobs eenzaamheid.
En als hij wakker wordt realiseert Jacob zich dat heel erg. Waw! God is hier aanwezig! Hij maakt van zijn harde kussen met tranen een gedenksteen, die fier rechtop staat. Ik kan het. Het leven is moeilijk, het leven is strijd, maar ik kan het. Want God is in mijn leven aanwezig. Hij staat aan mijn kant. Hij sleurt mij er doorheen.
Het zijn prachtige woorden, die de Heer zegt:
Ik zal bij je zijn. Ik zal je beschermen, overal waar je heen gaat. En ik zal je weer terugbrengen naar dit land. Ik blijf bij je totdat ik gedaan heb wat ik je beloofd heb.
Die trap, dat op en af, doet mij denken aan Jezus. Jezus is ook Gods belofte.
God heeft ons Jezus gestuurd. Hij kwam vanuit het licht en de liefde. Waar het leven gaat zoals het zou moeten gaan. Jezus komt vanuit de hemel naar ons toe, naar het duister. Jezus heeft geen kussen om zijn hoofd op te leggen, zoveel werk is er om hier het duister licht te maken. En Hij heeft ook d pijn gevoeld, die wij voelen. Hij stond zijn hele leven tussen ons en maakte de zelfde dingen mee en zelfs nog erger dingen. Maar Zijn licht heeft uiteindelijk elk donker overwonnen!
De weg van het leven is hobbelig en we doen ons vaak pijn aan de hobbels. Vraag dat maar eens aan al de mensen die hier zitten en die een zekere leeftijd hebben. Ze zullen het je allemaal kunnen vertellen, dat het leven pijn doet en dat het regelmatig donker is. Jonge mensen weten dat trouwens vaak ook al -Maar heel belangrijk is dat je ook weer licht kunt zien, dat je kunt ervaren dat God naast je staat. Dat is wat Jezus ons heeft getoond. Dat het echt is, dat God licht kan brengen in jouw duister!
Jacob wil het ook echt zien in zijn leven, dat God voor hem zorgt. De ervaring in zijn droom is niet genoeg. Hij zegt: De Heer zal mijn God zijn als hij me helpt en me onderweg beschermt. Hij zal mijn God zijn als hij voor eten en kleren zorgt, en als ik weer veilig bij mijn familie terugkom.
Dat is misschien een beetje raar, want hij stelt voorwaarden. “En anders ben je mijn God niet.” Maar Jacob is een mens zoals wij hé. We zoeken graag naar bewijs van God in ons leven. En als we goed zoeken, dan vinden we dat vaak ook wel.
Na de ontmoeting is Jacob veranderd. Hij kan het leven weer aan. Het wordt hard – maar hij vindt de kracht en hij zal het nooit meer vergeten: God is hier aanwezig.
Waar je ook bent, in welk donker ook, misschien zelfs juist in dat eenzaam donker… wees er maar zeker van. God is erbij!
Details
- Datum: 19 February 2023
- Onderwerp: confrontatie, donker, dromen, God, jongeren, kracht, moed, ontgoocheling, ruzie, toekomst
- Predikant: Katelijne Depoortere
- Books: Genesis
- Serie: Omgaan met elkaar
- Bijbeltekst: Genesis 28: 10-22
- Service Type: Zondag dienst