Wie zonder zonde is
Beschrijving

Iran. September 2022. Mahsa Amini, 22 jaar, Koerdische Iranese, bezoekt de

hoofdstad van haar land, Teheran. Ze draagt een hoofddoek en heeft de indruk

gekleed te zijn zoals de andere vrouwen om zich heen. De zedenpolitie denkt

daar anders over, vindt dat ze kledingregels overtreedt, geeft de vrouw

stokslagen en neemt haar mee in een busje. In het busje gaat het slaan gewoon

verder tot ze het bewustzijn verliest. Het duurt anderhalf uur voor ze naar het

ziekenhuis kan. Daar wordt ze nog in coma gehouden, maar een paar

dagen later overlijdt ze.

Het is één van de vele gevallen van geweld tegen weerloze vrouwen en

mannen in Iran. Een oordeel. En een straf die buiten elke proportie staat. Een

onbegrijpelijke omgang van mensen met elkaar in een georganiseerde

samenleving. Het resultaat is politieke en sociale onrust, met veel arrestaties,

doden en zeer veel angst tot gevolg.

 

Heel anders is het verhaal dat we net in het Johannesevangelie gelezen

hebben. Heel anders en toch ook weer heel herkenbaar.

Ook hier wordt een vrouw schuldig bevonden. Ze vertegenwoordigt een groep

mensen die de moreel van de samenleving aantast in de ogen van de leiders,

die, net zoals de zedenpolitie in Iran, de wet nauwgezet houden en controleren.

Voor zover mogelijk – bij overspel moesten beide overspelige mensen terechtstaan, maar hier komt enkel de vrouw in beeld. Er wordt gevraagd of zij gestenigd moet worden, want dat staat in de wet. Maar zaken zijn altijd ingewikkelder dan op het eerste zicht,ook al staat de wet zwart op wit.

Nu gaat het in eerste instantie eigenlijk niet om de wet of om de vrouw of over

de misdaad. Vers 6 maakt dat duidelijk: Dit zeiden ze om Hem op de proef te

stellen, om te zien of ze Hem konden aanklagen.

De schuld van de vrouw is duidelijk bewezen, maar of zij al dan niet gestenigd

gaat worden, verdwijnt in de marge van het verhaal. Het gaat om Jezus’

antwoord. Jezus is de steen des aanstoots. Jezus is diegene die de scherpe en

zielige kanten van het politiek-religieus systeem op de korrel neemt – op de

korrel van de liefde. Op die manier haalt hij het gezag van Schriftgeleerden en

farizeeën naar beneden en in hun ogen ook dat van de wet – het kan dus ook

over de wet gaan. In elk geval, ze waren boos op Hem. Er zijn zo van die

mensen die niets verkeerd doen, integendeel juist door hun goedheid en

zuiverheid ergernis lijken op te wekken en elk klein misstapje is dan welkom,

want daardoor voelen de anderen zich beter. De held blijkt ook gewoon mens

te zijn en kan dus vallen.

 

Het hele verhaal van de overspelige vrouw is een poging om Jezus onderuit de

halen, want de farizeeën wisten genoeg dat Jezus niet zou kunnen antwoorden,

dan alleen verkeerd. In de tijd van de Romeinse bezetting had de Joodse

overheid niet meer de macht in handen om zelf tot de doodstraf over te gaan;

dat werd beslist door de Romeinse overheid. Dus als Jezus zou zeggen: stenig

ze maar, dan ging hij in de fout tegen het Romeins recht in. Maar als Hij zou

zeggen: stenig haar niet, dan was Hij ook fout, want het stond in het Oude

Testament heel duidelijk dat deze schuldige vrouw gestenigd moest worden.

Het is niet de vrouw, maar Jezus die op de beklaagdenbank zit, die zonder

bijstand van een advocaat bekogeld wordt. Het doet me denken aan de

minister van justitie die telkens weer in de nieuwsstudio onder vuur wordt

genomen, wanneer de politie een geval van geweld heeft meegemaakt. Nu wil

ik onze minister absoluut niet vergelijken met Jezus, maar het gaat erom dat

mensen boosheid willen uiten. Iemand moet de klaagmuur zijn, iemand moet

het zwarte schaap zijn, iemand moet boeten.

Boosheid is iets wat de mens zeer eigen is. Ik heb dat bij mezelf zeer lang

ontkend. Ik voelde de boosheid niet. Ik had ze verkeerd gecategoriseerd, onder

het kopje: een oefening in geduld.

Het is pas wanneer je al biddend stil staat of erbij gaat zitten en de Geest vraagt

om je boosheid in herinnering te brengen, dat je beseft hoeveel er vanbinnen

in je zit. En het is pas wanneer je je ervan bewust bent, dat je de mensen op

wie je boos bent, kunt vergeven, en het is pas na die vergeving… dat je bevrijd

verder kunt. Dat werd mij door een leerling van mij, 15 jaar, nog eens

herinnerd. Ik vond het heel sterk dat iemand op zijn vijftiende zo’n grote

wijsheid had en dat ook zo veel als mogelijk probeerde in praktijk te brengen. En dat hij het ook nog durfde zeggen, terwijl zijn medeleerlingen erbij zaten!

We moeten onze boosheid niet ontkennen. We zijn verslaafd aan boos zijn of

als dat te bruut klinkt, aan ons ergeren: de één rijdt te traag, de ander te snel,

of vergeet zijn richtingaanwijzer, de één spreekt te weinig, de ander te veel of

het is niet wat je horen wil. In dat geval is er nog een aanleiding die bij de ander

ligt. Maar ben jij aanspreekbaar ’s morgens vroeg, of na je werk, of wanneer je

een opmerking van iemand kreeg of zorgelijk aan het piekeren bent? Of is dat

een moment waarop alles en iedereen jou boos maakt, terwijl de oorzaak

eigenlijk bij jezelf ligt? Zo voelden de farizeeën en Schriftgeleerden zich

bedreigd in hun positie. En juist, angst is een slechte raadgever. De angst gaf

voeding aan de boosheid en de boosheid kreeg een voorwerp: Hij die op de

meest goede manier omging met de wet. Ironisch, niet?

 

Jezus schrijft op de grond, in het zand. Het is een beetje raadselachtig. Zou het

iets zijn in de aard van: je zit aan een vergadertafel, iemand komt binnen met

een lastige vraag en je gaat een beetje tekenen op je notitieblok… de

aanklager wekt je interesse niet op.

Of zou het zo zijn dat Jezus iets bijzonders schreef in het zand…?

 

Hij houdt eventjes op met schrijven en vat zijn antwoord samen:

Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen…

 

Ik kreeg onlangs de vraag: er staat: je mag niet doden. Mag je dan wel de

doodstraf uitvoeren?

Jezus heeft daar een bijzondere visie op. Hij snapt de wet.

Hij zegt onomwonden: ja, op de zonde staat de doodstraf. Ja, stenig haar. Maar

wie heeft het recht haar te stenigen? Uiteraard Hij die niet zelf de doodstraf

verdient, Hij die zonder zonde is.

Zie je de ironie van het verhaal? Diegenen die zelf zondig zijn, willen de vrouw

stenigen. De enige die zonder zonde is, veroordeelt haar niet.

Jezus heeft het recht om te oordelen. Alle mensen zijn aan Hem gegeven, voor

het oordeel. Maar Hij neemt de straf op zich, scheldt de schulden kwijt en laat

de mensen gaan, nieuw en bevrijd, in staat om in te gaan op zijn uitnodiging: ga

naar huis en zondig niet meer.

De omstaanders, die eerst wel graag hun steentje aan het drama hadden

bijgedragen, dropen af, de oudsten – verstandigsten – eerst. Ongetwijfeld

zitten er mensen tussen die nog bozer zijn geworden, maar velen zullen ook

ernstig en diep hebben nagedacht.

 

Waar zitten wij zelf in het verhaal? De vrouw is het beeld van elke mens.

Overspelig wil zeggen: tegen het verbond in, gemeenschap hebben met een

ander dan je partner.

Ons verbond met God is het doen van Zijn wil. Ons nieuw verbond met Jezus is

het geloof in Hem die uit pure liefde zijn leven heeft gegeven voor ons,

zondaars. Hoezeer moeten wij ons niet schamen, elke dag opnieuw, ons hele

avondgebed lang. En hoe opgelucht mogen wij zijn, wanneer Jezus zegt: ik

veroordeel jou niet. Ga slapen, morgen is er een nieuwe dag en zondig niet

meer.

Ik wilde graag nog eens op de boosheid terugkomen. Wij, mensen, ergeren ons

niet alleen constant, we reageren ook uit ergernis en dat zelden zijn dat

weloverwogen en vriendelijke woorden. Ben je een toeterend type in het

verkeer? Of verberg je het thuis, hoe je uit je sloffen schiet, wanneer je partner

iets gekocht heeft dat niet vooraf was aangekondigd? Word je onvriendelijk

wanneer de poetsvrouw voor de tweede keer hetzelfde plekje vergeten is en

horen anderen je chagrijn, wanneer ze zich uitgesloofd hebben iets te

organiseren en het voor jou net niet goed genoeg is? Naar wie werp jij stenen?

In jouw ogen terecht…

Met zijn beroemde uitspraak: wie zonder zonde is, werpe de eerste steen,

spreekt Jezus ons in de diepte van ons hart aan.

Ben jij in de positie om zo hard over anderen te oordelen?

Kleutertjes weten het al: wat je zegt, ben je zelf.

 

Jezus schreef in het zand, toen de farizeeën en wetgeleerden hun boosheid

wilden zien vruchtdragen.

Wat schreef Hij toch?

Schreef Hij misschien hun zonden op, een lange lijst… Ontnam Hij hun daarna

de wapens door te zeggen: wie zonder zonde is…

Ze dropen af, die om Hem heen stonden, de stenen vielen uit hun handen,

ontwapend gingen ze naar huis.

Gelukkig had Jezus in het zand geschreven. Er is niets dat in zand voorgoed

blijft staan.

Ook ik veroordeel u niet. Ga heen en zondig niet meer.


Details