Wie is Jezus (1)
Beschrijving

Advent… De wachtende Maria, verwachtende Maria… een zwangere vrouw… Als het goed is, leeft zij in verbinding met haar kind. Er is letterlijk iets als een navelstreng, waarlangs de moeder alles aan het kind doorgeeft, wat het nodig heeft.

Het is op die manier dat ik  mij een wachtende God voorstel, steeds weer wachtend op onze wedergeboorte, vernieuwing, - wij, met Hem verbonden, door een geestelijke navelstreng, die tot in het diepst van ons hart reikt, die ons voedt, die ons alles geeft wat nodig is om te kunnen groeien.

Er zijn verschillende kanalen, waarlangs de levenssappen tot ons komen: andere mensen die geloven, persoonlijke ervaringen, in gebed en in aanwezigheid van God, en Gods woord, de Bijbel, een onuitputtelijke bron van leven.

Vandaag krijgen we heel wat input langs ons geestelijke navelstreng, door de evangelist en briefschrijver Johannes. – God is genadig, betekent zijn naam.

Johannes schrijft over … het lijkt wel alsof hij in onze individualistische wereld een kijkje is komen nemen, het lijkt alsof hij feilloos aanvoelt, dat zelfs de christelijke gemeenschappen soms als los zand aanvoelen, het lijkt alsof hij de eenzaamheid van weduwen en weduwnaars heeft aangevoeld, van mensen die er plots alleen voor staan, van kinderen die wordt geplaatst, maar hun plek niet vinden, van jongeren die worden gepest en uitgesloten en bij niemand houvast vinden… het lijkt alsof hij in de angstige harten is gaan kijken van mensen bij wie de administratieve verplichtingen boven het hoofd zijn gegroeid…

Johannes schrijft over… verbondenheid. En hoe die niet en hoe die wel tot stand kan komen. Hij spreekt niet over een vluchtig “nodig een eenzame uit met kerst”, maar over een weg die leidt naar diepe, diepe verbondenheid.

Verbinding met elkaar en verbinding met God. Zonder verbinding, geen leven, net zoals bij het kind in de buik van de moeder.

In zijn evangelie begint Johannes met een verbondenheid die niet sterker kan zijn:

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God.

Zonder verbinding, geen leven, maar ook niet zonder Woord. Om dat ‘Woord’ goed te begrijpen, moeten we even terug naar het allereerste verhaal van de Bijbel. Herinner u het scheppingsverhaal in Genesis: wat kwam er eerst? … Juist… het licht! En Hoe kwam het licht er? … Door het Woord. God sprak en er was licht. Het Woord van God is scheppend. Onze woorden trouwens ook. Ze kunnen verbondenheid scheppen of juist afstand, ze kunnen moed geven of kleineren, ze kunnen leven geven en dood brengen.

Gods spreken, Gods Woord heeft scheppingskracht. Dat krijgen we hier, aan het begin van het Johannesevangelie terug. In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God.

Het Woord was God…  Nauwer kan de verbondenheid niet zijn?

Misschien moeten we een uitstapje maken, naar onszelf, als gewone mensen… Is dat bij ons ook zo, dat ons woord met ons samenvalt? Zijn wij onze woorden?  Er komt uit wat erin zit… zou ik in eerste instantie zeggen…  Je kunt veel afleiden uit iemands woorden. Zijn ze vriendelijk, intelligent, verzorgd, positief, trots, leugenachtig, boertig…

Maar zijn we onze woorden ook in de zin van: ik zeg licht en er is licht, met andere woorden: doen wij ook wat wij zeggen dat wij doen? Zijn wij zoals wij overkomen? Als we zeggen: ik zal er voor je zijn, zijn wij er dan ook echt?

We zijn misschien niet helemaal onze woorden. Onze cultuur leent zich daar niet echt toe.

We zeggen ook lang niet alles. Overkomt het jou ook, dat je aan het vertellen bent, en je vertelling plots inkort, omdat je beseft dat je dingen gaat zeggen die je liever of beter niet zegt? We zeggen niet alles hé, ook al ligt het soms op het puntje van onze tong… Gedachten, die niet meer politiek correct zijn, gedachten die onze reputatie zouden schaden, als we ze naar buiten brengen, gedachten die onze concurrenten ideeën zouden kunnen geven, gedachten van spijt, maar dat toch niet durven uiten. Gedachten waar we ons voor schamen.

En waar gaat dat ten diepste over? Waarom spreken we zoveel dingen niet uit?

Gaat het om verlegenheid – maar waarom dan ?  – reputatie/ goed willen overkomen – angst voor gevolgen… -

In ieder geval heeft iedereen in zijn hart een doka, een donkere kamer, met allerlei zaken die het licht niet mogen zien, want anders worden ze openbaar…

Over licht en donker gaat het in de tijd voor kerst. Over licht en donker gaat ook onze tekst. Want het Woord van God, dat blijkt… het licht en het leven te zijn. God is Zijn Woord. Zijn Woord heeft scheppingskracht. Het Woord licht is dus licht. En in het licht was leven…

Geen twijfel over, wie het licht en het leven is. Jezus heeft het over zichzelf gezegd: Ik ben het ware licht. Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Jezus is het Woord van God. Hij is de uitdrukking van God en Hij is ook God. Er zit daar niets tussen, tussen God en Jezus. Er kan geen wrijving ontstaan, want ze zijn één.

Maar als Jezus het licht en het leven is en het Woord van God, dan betekent dat dat Hij mee geschapen heeft. De Bijbel is daar duidelijk in. Johannes zegt het letterlijk: zonder het Woord is niets ontstaan van wat bestaat. De Bijbel is daar duidelijk over, ook in de tekst uit Kolosse, die ik aan het begin van de dienst heb gelezen:

Beeld van God, de onzichtbare, is Hij, (Jezus),

eerstgeborene van heel de schepping:

in Hem is alles geschapen…

Maar wij zien Jezus vaak niet als Schepper. Wij denken vaak dat Jezus met Kerst geboren is, negen maand daarvoor ontstaan is? Dat ligt aan de geloofsbelijdenissen, denk ik: Ik geloof in God de Vader, Schepper van hemel en aarde… over Jezus wordt dat niet gezegd.

Maar als Jezus Schepper is, Scheppingskracht ook, dan komt een en ander in en ander perspectief te staan. De Bijbel zegt: buiten Jezus om is er geen leven. Je moet niet proberen allerlei redeneringen op te bouwen die geen rekening houden met Jezus, als je over het leven spreekt, want dan is het alsof je tennis gaat beschrijven met woorden uit de paardensport.

Johannes beschrijft een enorme verbondenheid van God en zijn Woord en Jezus en het Leven en het Licht. Deze woorden horen allemaal bij elkaar. En ze zijn uitdrukking van ons diepst verlangen. We willen léven, hoe graag willen we er voluit voor gaan, voor het leven. We snakken naar licht. Het is geen toeval dat kerstmis gevierd wordt in de buurt van de kortste dag en de langste nacht, dat we in de advent kaarsen aansteken en met kerst een heel huis vol lichtjes… Ze zijn uitdrukking (ik durf ook wel het woord surrogaat gebruiken)… ze zijn uitdrukking van ons verlangen om écht met de duisternis af te rekenen, met de donkere dagen, met de donkerte in de samenleving, het onrecht, het tekort, de stress die aan je vreet. En ten diepste willen we ook afrekenen met de duisternis in ons hart. Want die brengt alleen ellende. Donkere of boze gedachten of schuldgevoelens zijn nooit de oplossing voor problemen, maar eerder de oorzaak voor nog meer ellende. Jezus is het licht. Hét licht. God is licht en in Hem is geen duisternis. Jezus en God zijn één.

Jezus is God en er is nog meer. Alles is door het Woord, door Jezus geschapen, alles ligt en leeft in Hem en door Hem. In die kribbe ligt niet zomaar een man, een baby, een koning, een rebel. We durven daar nogal eens romantisch over doen. Nee, Hij is de scheppingskracht. Hij is de Bron van het Leven. Daarom is de kerstboodschap van Johannes: in het Woord was leven.

Het leven kunnen we op biologische wijze bekijken. Het is prachtig om een plantje te zien groeien uit een zaadje dat in de grond werd gezaaid.

Maar het leven waar de Bijbel het doorgaans over heeft, is een van een ander soort: het heeft alles te maken met de verbinding met de Bron van Leven, met God, met Jezus. Voel je verbinding? Voel je dat je uit Hem voortkomt? Word je naar Hem getrokken? Kijk je dezelfde kant uit… Leef je in het licht?

Wat dat is wat Johannes leven noemt. Leven in het licht. In zijn brief noemt hij God licht: God is licht, er is in Hem geen spoor van duisternis…

Hoeveel geheimen heb je? We hadden het al over gedachten die anderen beter niet horen, die we voor onszelf houden, omdat ze niet zo fraai zijn, of omdat we ons ervoor schamen. Welke dingen heb je gedaan, die niemand mag weten? Welke zijn de verborgen motieven achter ons gedrag? Ben je lief tegen je kind omdat dat voor jezelf aangenamer is? Negeer je vragen of noden van mensen, omdat ze jouw rust verstoren? Spot je mee met anderen om erbij te horen? Verlang je van anderen eerlijk gedrag, terwijl je zelf altijd achterpoortjes zoekt?

Hoe prachtig zou het leven zijn, zonder al die geheimen?

En het beste is, de boodschap van vandaag… ze is ongelofelijk sterk: wanneer je dat alles, al jouw duisternis, al jouw slechte gedachten en daden, aan het licht brengt, dan ga je léven, dan ga je echt leven. Licht is leven. Wanneer alles aan het licht komt, dan gebeurt er iets met je. Dan heeft God de kans om je hele hart aan te raken, je hart te reinigen, zodat het licht erin kan wonen! Net zoals met kerst… God zich met de mensen verbonden heeft, God ! in de wereld is komen wonen.

En dat heeft grote gevolgen.

Jakobus schrijft ons daarover (5:16): Daarom: beken elkaar uw zonden en bid voor elkaar, dan zult u genezen.

De protestantse kerk heeft geen priesters als bemiddelaar tussen God en de mensen. We zijn in zekere zin allemaal priester. We mogen luisterend oor zijn voor de zonden, de foute gedachten, de verkeerde motieven van een ander. Zo wordt de duisternis aan het licht gebracht. En in het licht dat van God komt, het licht dat het leven in zich draagt, daar kan het duister niet standhouden.

Want het gebed van een rechtvaardige is krachtig en mist zijn uitwerking niet, zo schrijft Jakobus ons verder. We moeten af van het duister in ons, dat het licht van Christus tegenhoudt.

Als we eerlijk in de Geest bidden, aan God vragen: breng het mij te binnen, wat er niet goed is, wat er duister is, dan doet hij dat ook, misschien niet direct, maar in de week die komt, of de maand die komt. Als je daar serieus mee bezig bent, krijg je een resem negatieve dingen te verwerken, je zelfbeeld gaat aan diggelen, maar dat is niet erg, in Christus verlies je nooit je leven – integendeel, je krijgt er alleen maar meer van, en het duister, daar wil je dan wel meer en meer vanaf.

De Bijbel kent de mens. Als we zeggen dat we met Hem verbonden zijn terwijl we onze weg in het duister gaan, liegen we en leven we niet volgens de waarheid

In het kerstgebeuren, het geboortewonder, heeft God zich met de mensen verbonden. Net zoals de schepping een kans was voor het leven om zich sprankelend te ontvouwen, zo is kerst een kans om het geestelijk leven, het vreugdevolle leven te grijpen, en om de duisternis achter ons te laten, door alles aan het licht te brengen, in die verbondenheid met God alles open en eerlijk tegenover Hem bloot te leggen, kwetsbaar als het kind in de kribbe, en in het licht te gaan leven.

7 Maar gaan we onze weg in het licht, zoals Hijzelf in het licht is, dan zijn we met elkaar verbonden en reinigt het bloed van Jezus, zijn Zoon, ons van alle zonde.

Dat is het voedsel die onze Schepper ons door onze geestelijke navelstreng wil geven. Voedsel dat ons laat groeien over onze duisternis heen, over de duisternis die we zelf gemaakt hebben en over de duisternis die ons is overkomen. Het licht is het leven en het leven is Jezus Christus. Dat is het kind dat wordt geboren.


Details