De Wijnstok
Beschrijving

Gemeente in Jezus Christus verbonden,

Verlangen jullie ook zo naar droog weer? We hebben het vaak niet zoals we willen. Deze zomer had ik zelf ook een droge periode. Ik kreeg de kans om Nederlands te geven, iets wat ik al jaren wilde doen. Maar toen ik in augustus mijn halve vakantie al aan de lesvoorbereidingen had besteed en om een of andere reden niet echt vooruit geraakte, was het plezier ervan af en heb ik uiteindelijk de opdracht terug gegeven. Dat was de beste oplossing op dat moment, maar het voelde niet goed.
We hebben het vaak niet zoals we willen, maar het lijkt er ook op dat we bepaalde dingen gewoon beter niet zouden willen.
We willen veel zon in de zomer, en liefst ook in de herfst en in de winter. Maar dat is helemaal niet goed voor de planten en de bossen en voor de overstromingsgevoelige gebieden en voor onze koortsige planeet al zeker niet.
Nu ligt het probleem niet bij dingen willen die we beter niet moeten willen. Het grootste probleem is het klagen, als het niet gaat, zoals wij willen. Een leuke krantenkop in De Standaard meldde: Belgen bij de grootste zeurpieten van Europa. – toegegeven, het ging enkel om gezeur over de Europese instellingen, maar het is toch wel een feit dat we graag klagen.
Israël klaagde ook graag. De geschiedenis van Israël was één grote klaagzang. In Egypte was het werk te zwaar, in de woestijn was er te weinig drinken, in het beloofde land waren de vijanden te veel, in de ballingschap was er gemis van het thuisland. Enzovoort.
Tegen deze achtergrond zijn de verzen die we bij de profeet Habakuk gelezen hebben, prachtig. Ze lichten op als een regenboog tegen een zwarte wolk: Al zal de vijgenboom niet bloeien… toch zal ik juichen…
Het klinkt … hoe klinkt dat? Naïef? Baat het niet, schaadt het niet? Belachelijk? Het is in elk geval niet iets wat we spontaan gaan doen: het gaat weer niet zoals we ’t hebben willen: het rek met de koekjes die jij wil, is net leeg. Je wilde iets duidelijk maken aan je zus via de telefoon, maar het is op kwetsende woorden uitgedraaid. Je dacht een grote klant binnen te hebben, maar op de laatste nipper haakt hij toch weer af… Al gaat het niet goed… juichen maar! Het is op zijn minst een uitdaging.
We gaan de tekst een keer van naderbij bekijken. Hij bestaat uit twee delen: al zal , zo begint het eerste deel en toch zal ik, vertelt het tweede deel.
Al zal: de vijgenboom, de wijnstok, de olijfboom, het koren, qua opbrengst tegenvallen, ja zelfs niets voortbrengen… toch zal ik juichen. Al verga ik van de honger… toch zal ik juichen.
Al zal… zo gaat het verder er geen schaap meer in de kooien zijn, geen rund meer binnen de omheining… hier gaat het om meer dan een misoogst. Wanneer zien we ontsnapt vee ronddolen… in zeer ernstige situaties als watersnood, als oorlog, …
Al is er watersnood, al is er oorlog… toch zal ik juichen.
Een straffe tekst!! Voor zeurepieterige Belgen!

Ik zal juichen voor de Heer, zo staat het er, voor de God die mij redt!
Hij maakt mijn voeten snel als hinden. Hij laat mij over toppen van bergen gaan.
Herinner u psalm 121: Ik hef mijn ogen op naar de bergen, waar komt mijn hulp vandaan? De bergen van mijn zorgen zijn zo groot, ik kan er niet overheen kijken. Waar komt mijn hulp vandaan? Er is geen hulp… de enige die ik nog kan roepen is de Heer, mijn God Mijn hulp is van de Here God, die hemel en aarde gemaakt heeft.
Soms zie je zelf geen uitweg. Een zomer geleden lag ik in het ziekenhuis. Vanwege corona mocht niemand langskomen, de chirurg wist het niet meer en helaas was ik zelf de ziekenhuispastor … ik had dus alleen nog God.
Op zo’n momenten praat je echt wel met God. Een paar dagen later ging ik zonder operatie naar huis, maar met veel pijn. En nog een paar dagen later was de pijn verdwenen. Ik heb niet gejuicht toen. Ik was voorzichtig. Je weet maar nooit dat het weer herbegint… ik weet niet of dat bij sommigen herkenbaar is. Maar ik had wel moeten juichen. Juichen voor de Heer die mij redt.
Ik heb het wel eens meegemaakt, toen ik aan een ziekbed met andere mensen samen bad, dat mensen heel enthousiast aan het bidden waren, terwijl er eigenlijk voor de zieke niet veel hoop meer leek. Hier en daar zijn er wonderen gebeurd. Maar ik heb niet gejuicht, want je weet maar nooit, dat het geen echt wonder was, maar gewoon… weet ik veel wat, verklaarbaar… Zo zijn wij mensen toch …

Hij laat mij over toppen van bergen gaan… Het is een oproep tot groot geloof! De kindernevendienst heeft het over ‘wees als kinderen; geloof!’
Vandaag is het “jumelagezondag”. Dat zal u misschien niet veel zeggen. Ons kerkelijk district: Antwerpen – Brabant – Limburg is gejumeleerd met het district Kirinda in Rwanda. We wisselen informatie uit, wel en wee van onze kerken, soms gaan ook mensen op bezoek. Mijn collega van Brussel, Douwe Boelens, is daar onlangs nog geweest. Hij vertelde over de gevolgen van de genocide, de strijd tussen de Hutu’s en de Tutsi’s. Sommigen herinneren het zich nog. Deze afschuwelijke geschiedenis speelde zich af in de jaren negentig, dertig jaar terug. Maar nog steeds zijn de gevolgen duidelijk zichtbaar. Ook al is de burgeroorlog ten einde, de situatie is nog niet zoals we zouden willen.
Toch wordt daar van alles aan gedaan. De protestantse kerk in Rwanda – de Eglise Presbyterienne au Rwanda – ziet het als haar verantwoordelijkheid de mensen met elkaar te verzoenen. Ze creëren groepen, waarin daders én slachtoffers getuigen van wat ze hebben meegemaakt. Er wordt vergeven - als je je afvraagt hoe het mogelijk is dat je iemand kunt vergeven, dat hij je halve familie heeft uitgemoord – Vergeven betekent niet dat je vergeet, maar dat je anders omgaat met je herinnering. Ook in de kerkdiensten worden getuigenissen gebracht van die verzoening.
De genocide heeft Rwanda geruïneerd: gebouwen, infrastructuur én mensen. Al zal de wijngaard, al zal de olijfboom…
Al het schaap en het rund…
Toch zal ik juichen…
De liefde van God is in staat om mensen, om samenlevingen te redden.
Niet zoals wij ons dat voorstellen en zouden willen: als mensen de oorlog beginnen, dat God met zijn sterke arm een stop-gebaar maakt en dat er weer vrede is. Zo werkt het niet. Mensen hebben een vrije wil en als ze die ten kwade inzetten en daar hele bevolkingsgroepen in meetrekken, dan is dat des mensen. Maar de liefde van God, zij vergaat nooit en zij is in staat om te herstellen wat de mens kapotmaakt.
Het is dat wat Jezus tot in het extreme heeft laten zien. Voor elke menselijke fout is er herstel mogelijk, voor elk slachtoffer, voor elke dader, voor elke zonde, voor elke schade, is er herstel mogelijk. Wij kunnen ons dat nauwelijks voorstellen. Je kunt het je niet voorstellen, zonder rekening te houden met een eeuwigheid waarin het leven tot zijn volle recht komt en niet verloren gaat, wat wij in onze wereld verloren beschouwen.
In deze optiek en in dat perspectief is het anders in het leven staan.
Het baat niet te klagen bij de onvruchtbare wijngaard of bladerrijke olijfboom… Het baat wel, de liefde van God te vragen, te ontvangen, uit te zingen, uit te jubelen. Want die helpt ons verder. Die helpt ons werkelijk verder.

Details