Wie is Jezus (4)
Beschrijving

Ik ben dan toch maar naar de kerk gekomen.

Er waren wel wat redenen om dat niet te doen.

Ten eerste eet mijn familie liever om twaalf uur dan om twee uur. …|
Ten tweede wist ik dat ik hier op dit podium zou komen te staan naast een kerstboom – naast een kerstboom waarbij het Woord van God in het niet verzinkt.

Dus ik dacht: ik moet wel komen. Als is het om Gods Woord (Jezus) recht te doen.

En ik voel mij daar geweldig in gesteund door de evangelist Johannes. Hij schrijft wat later dan Matteus en Lucas – Marcus hield zich met kerst niet bezig, hij begint zijn evangelie bij het échte werk: Johannes die met water doopt en Jezus met de Geest…

Maar Matteus en Lucas brachten een zeer uitgebreid verhaal met engelen en herders en wijzen en iets als een voederbak, broodbak, wie zal het zeggen – volgens niet al te christelijk weekblad Humo was het wel degelijk een kribbe die in een grot stond, omdat in die tijd de dieren beschutting vonden in grotten. Humo kon wel eens gelijk hebben. De titel van het artikel was dan ook: Echte christenmensen vinden Kerstmis kul, kitch, bagger en nonsense. Ondertitel: Dit is de minst christelijke samenleving sinds de geboorte van Jezus met een duidelijke verwijzing naar de vluchtelingen die in Brussel in armoedige tenten slapen, boven nul of onder nul.

Maar ik ben hier misschien gekomen vandaag, omdat jullie hier zijn en geloven dat er meer is dan een stalletje en een boompje en wat slingers en warme choco…

En kerstsfeer is natuurlijk gezellig en een dagje vrede op aarde spelen heeft ook wel iets. En die kleine baby Jezus, wat een knuffelgehalte! Maar misschien is Jezus Christus, niet van helemaal bij God naar beneden gekomen, voor een vleugje romantiek.

De evangelist Johannes dacht er net zo over. Hij had medelijden kunnen opwekken door nog eens en nog eens over dat arm kindeke te schrijven, maar dat was al geschreven. Johannes wil de diepe boodschap van Kerst uitdragen: Wie is het die hier met Kerst wordt geboren?

Dat is te lezen in zijn evangelie vanaf vers 1 en hij gaat maar door. We worstelen ons al vier weken door die ene proloog van zijn blijde boodschap. Die begint met: In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. En de laatste alinea zegt: Het Woord is vlees geworden.

En God is veel te groot voor dit soort romantiek. Het kribbetje, de herdertjes, de sterren in de nacht, het eenvoudige meisje Maria... en zelfs het welbehagen, het interesseert Johannes niet. Het enige kerstverhaal wat nog bij Johannes had kunnen passen was dat van de drie wijzen, die goud, mirre en wierook meebrachten, omdat ze wisten dat Jezus een Koning was.

Wie wordt met Kerst geboren?

Ik herhaal vers 18: Niemand heeft ooit God gezien, maar de eniggeboren zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft Hem doen kennen.

De eniggeboren zoon. Die God zelf is. Hij is het Woord, de uitdrukking van God. Hij was bij God. Aan het hart van de Vader! En het Woord is mens geworden, heeft een lichaam aangenomen dat pijn en lijden kent, degeneratie en dood.

Daar in de kribbe ligt God.

Maar wat doet God daar in die kribbe?

Hij heeft in ons midden gewoond.

God heeft in ons midden gewoond. Je kunt zeggen dat dat groots is, maar evengoed is het een open deur. Want God heeft toch altijd in het midden van zijn mensen gewoond…

Alleen is Hij nu mens geworden, is zichtbaar en tastbaar geworden in de geschiedenis van de mensen.

En wanneer Hij geboren wordt, liggen er twee cadeaus onder de kerstboom.

Waarheid en genade.

Eerst horen we over het Woord van God dat het vol van genade en waarheid is. Daarna lezen we: de wet is door Mozes gegeven, genade en waarheid zijn met Jezus Christus gekomen.

Waarheid, ja. Ik was weer kortaf en ik had er geen zin in. Ik ergerde mij en ik vergat dat er een God was. Ik was druk en zag de nood van anderen niet. Ik wilde vrede op aarde, maar weigerde toch naar bepaalde mensen een kerstwens te sturen…

De waarheid is hard. Maar ze is een geschenk, want als er geen waarheid is, is er geen genade nodig. Als je niet beseft, dat je zondig bent, dan heb je geen redding nodig. En dat is waar het Johannes om te doen is. Dat God ons genadig is – onze straf kwijtscheldt én ons om niet, zonder dat wij daar iets voor doen, het eeuwig leven als cadeau erbij geeft, genade als mercy én grace!

Wie ligt daar in die kribbe? God en de redding van de mensheid!

De evangelist schrijft over Johannes de Doper, dat hij “riep”. Dat is qara in het Hebreeuws. Verwant met qorban, offer. In het vierde evangelie is Pasen nooit ver weg.

In de kribbe ligt een offer.

God zelf.

En in de kribbe ligt ons geredde leven.

Details