Wie is Jezus (2)

Beschrijving
Drie lichtjes voor mijn neus. Dat geeft hoop, want buiten is de winter steeds meer voelbaar en zichtbaar.
In mijn tuin houden de kastanjebomen zich nog goed, maar de andere soorten hebben hun kruin al behoorlijk afgestoten. Het gaat er stilaan wat doods uitzien. Maar dat wordt altijd net op tijd of soms iets te vroeg weer opgevangen, door lichtjes in de straten, feestelijk uitziende sparren en slingers die als blinkende kettingen contrasteren met het donker.
Kerstlichtjes, waar ook, hebben iets met elkaar gemeen: ze versieren of verlichten iets: een straat, een boom, een gevel, een slee … en ze geven ons troost. Een zekere troost, tot op een bepaalde hoogte…
Ook Johannes pakt uit met licht, met licht in het donker, maar het is toch andersoortig: Johannes schrijft over het ware licht dat ieder mens verlicht! Johannes laat zich ook niet erg in met wereldse dingen. De wereld, dat is het gewone, het saaie, het lage, het kwade, het zich niet bewust zijn van God, … hij zal het er in zijn evangelie nog over hebben.
Eerst spreekt de evangelist hoge woorden over grootse dingen – vorige week hebben we die ontzagwekkende proloog gelezen. Over het licht, het ware licht, het licht dat de Schepper voor al het andere schiep, dat al zijn werk verlichtte… Geen gewoon licht, want de zon en de maan en de sterren, die moesten wachten tot de vierde dag. Dat licht van de eerste dag, dat scheppingslicht was héél bijzonder! Het kwam van God en het gaf kracht aan de grassprietjes om rechtop te staan, aan de beukennootjes om hun omhulsel af te werpen en het leven in hen naar buiten te duwen, om vervolgens uit te groeien tot een hoge, brede boom, die bij iedereen respect afdwingt.
Dat licht vinden we terug in het boek Openbaring, in de tijd en de eeuwigheid waarin wij de zon als lichtbron niet meer nodig hebben, omdat wij leven in Gods nabijheid. Er is leven zonder zon, er is leven en licht buiten de wetten van de fysica en de biologie om.
Op weg naar kerst komen we het ware licht weer tegen. Het is in de donkere kerstnacht op de aarde tussen de mensen wakker geworden… Dat is de inzet van deze prekenserie tot en met kerst.
Vandaag lazen we over iemand. Iemand die door God was gezonden. Hij was niet het licht, neen, aan de komst van het ware licht gaat iemand vooraf. Een zekere Johannes. We zien hem voor ons, zijn benen voor driekwart in de Jordaan, een kameelharen doek bedekt een deel van zijn lichaam, een lederen riem houdt alles samen, zijn voedsel bestaat uit wilde honing en sprinkhanen, hij komt recht uit de woestijn en staat met veel spanning, daar in de Jordaan, want straks komt Hij die na hem komt, maar er al voor hem was…
Maar het is niet die Johannes die hier ter sprake komt. De evangelist die we vandaag lazen, is kieskeurig en vooral ook zuinig met zijn woorden: er kwam iemand door God gezonden, hij was getuige, kwam om te getuigen. Net zoals het vierde evangelie ons wil vertellen, wie Jezus in wezen is, beschrijft het ook Johannes de Doper in zijn wezenstrekken, in zijn goddelijke bestemming: hij kwam om te getuigen, en wat was de reden daarvan? Waarom moest hij getuigen? Opdat iedereen door Hem (Jezus, het licht) zou geloven.
Als je Jezus tegenkomt, kom je het licht tegen. Een verstandelijk licht, dat haarscherp kon argumenteren en de werkelijke bedoelingen achter woorden en wetten verduidelijkte. Maar zeker ook een warm licht, dat aandacht had voor mensen die niet meetelden, dat juist daar, in hun donker-en-alleen, het duister verlicht, hun situatie ook verlicht, en uitnodigt om te breken met de oorzaken van hun verdriet en uitsluiting. Het ware licht is niet in het minst een helend licht, dat heelt en geneest, perspectief biedt en hoop, door alles heen en tot in eeuwigheid.
Had God een mooier geschenk kunnen geven?
Hier zou een ‘amen’ kunnen passen. Maar hier eindigt het verhaal niet. Je kunt kerst niet begrijpen zonder er Pasen naast te leggen.
Het licht kwam in de wereld, maar de wereld kende Hem niet. Johannes vermeldt dat al in zijn kerstverhaal!
Hij speelt daarbij met tekststructuur en met retorica.
Het Woord was in de wereld, schrijft hij. Dat staat parallel naast zijn openingsvers: het Woord was bij God.
De wereld is door het Woord ontstaan, schrijft Johannes – ook dat stond al overtuigend in de openingsverzen: zonder het woord is niets ontstaan. (nog eens herhaald: wie is dat Woord, wie is Jezus, Hij schiep alles wat bestaat!)
En dan… komt er in het eerste gedeelte: het Woord was God, ja, uit Hem was alles ontstaan, ja, en een volledige anticlimax in het tweede gedeelte: maar toch (!) kende de wereld Hem niet.
In het Bijbelse Oosten had ‘kennen’ een bijzondere betekenis. Het is iets als je bekennen tot een bepaalde familie of tot een bepaalde manier van leven, daarmee één zijn. De wereld heeft Gods Woord, Jezus, niet gekend…
De wereld is dus niet één geworden met Jezus, heeft zich niet met Hem verbonden, nochtans was daar wel aanleiding toe, want Hij kwam tot het zijne! Hij heeft ons gemaakt, gewild, liefgehad! Maar het Zijne heeft hem niet gekend.
Ik hoop dat er niet veel mensen zijn die deze tragiek in hun leven herkennen. Dat je als ouders je kind op de wereld hebt gezet, ervoor hebt gezorgd, het alles hebt gegeven opdat het goed zou gaan, er offers voor hebt gebracht, het hebt liefgehad… maar het kind is zijn eigen gang gegaan en heeft niet meer omgekeken, of heeft je de rug toegekeerd.
Waarom gebeurt zoiets?
De evangelietekst gaat er niet verder op in, maar in zijn brieven klaart Johannes de dingen verder uit. In zijn evangelie blijft hij vaak abstract-filosofisch, terwijl de brieven zeer concrete handvatten bieden en daardoor zeer interessant zijn voor ons dagelijks leven.
Want wij, mensen, zijn zeer onzekere wezens. Weet jij zeker dat je een goede relatie hebt met God, een echte, goede, relatie, zoals God die bedoeld heeft? Ik denk dat er heel wat mensen zijn die zich af en toe die vraag stellen.
Johannes probeert ook vanuit de theorie – theologie naar ons dagelijks leven te komen en eigenlijk is het vrij eenvoudig: : laten we elkaar liefhebben. Liefhebben houdt in dat we leven volgens Gods geboden.
Voor ons, christenen, protestanten, is dat misschien wat eigenaardig om te aanhoren, want omdat de middeleeuwse kerk zo’n nadruk legde op boetedoening en goede werken, werd ons ingeprent en ingestampt dat God ons in Jezus Christus genadig is en dat dat helemaal niet afhangt van of wij wel of niet de geboden nakomen.
Maar aan de excessen in de Bijbelse en protestantse kerkgeschiedenis zie je dat de geboden wel degelijk een rol spelen. Er is wel zoiets geweest als antinomianisme, om het met een moeilijk woord te zeggen. Jezus heeft ons gered, en Hij heeft de wet vervuld, er is dus geen enkele wet meer waaraan wij ons moeten houden.
Dat is niet juist, want wie door Jezus vergeven is en verzoend met God, die heeft de Heilige Geest in zich, die steeds weer zal inspireren en insisteren op een heilig leven, op een groei op het toepassen van de geboden, niet alleen naar de letter, maar vooral ook naar de Geest en vanuit het hart. De liefde van Christus ervaren, resulteert in liefde geven. Het is daarover dat Johannes spreekt: liefhebben houdt in dat we ons aan de geboden houden. Daaraan zie je dat iemand met Jezus verbonden is, wanneer hij het licht dat Jezus is, ook in zijn leven uitstraalt.
Van daaruit begrijpen we ook beter wat er staat: Hij kwam naar de Zijnen, maar de Zijnen hebben Hem niet ontvangen. Wie Hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft Hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. De kinderen van God kennen God, bekennen zich tot de familie van God en worden ook als dusdanig erkend. Op die manier zijn wij licht in het duister. Duister is het wanneer we onszelf navolgen: streven naar onze eigen erkenning, beledigd zijn als er geen dankjewel komt, meer van een ander verlangen dan van onszelf, op onze eigen rechten staan, meer willen zijn dan een ander… niet zo vergaat het de kinderen van het licht. Zij kennen Jezus, ze voelen zich één met Hem en zijn bereid samen met Hem op weg te gaan, in het duister van de wereld samen te werken aan een groot lichtspoor.
Details
- Datum: 11 December 2022
- Onderwerp: Jezus, Johannes de Doper, licht, liefde, liefhebben
- Predikant: Katelijne Depoortere
- Serie: Schepping
- Bijbeltekst: Johannes 1: 8-12, 2 Johannes 1: 5-6
Leave a Reply